Gehakkelde aurelia

door Wilma van Maarschalkerweerd
Naar aanleiding van het gereedkomen van de eerste fase van de renovatie van de Bijvanck spreek ik met Hugo Weenen, voorzitter van de Groencommissie Blaricum, gastschrijver van hei & wei en inwoner van de zogenoemde Wagenstraten in de Bijvanck.

Hugo, wat houdt het Blaricums groenbeleid in?
‘De prioriteiten in het beheer van het gemeentegroen in Blaricum zijn het handhaven en verbeteren van natuur en biodiversiteit, de beleving van de burgers, een gezonde leefomgeving en toekomstbestendigheid. Deze uitgangspunten zijn dan ook toegepast in de renovatie van de Bijvanck. Dat betekent effectief méér groen, een zo volledige mogelijke bloeiboog en beplanting die biologisch is gekweekt en wordt onderhouden.’

Wat zien we daarvan terug in de renovatie van de Bijvanck?
‘Er is meer groen doordat de groenpercelen in de straten groter geworden zijn of doordat er nieuwe groenpercelen bijgekomen zijn. Een volledige bloeiboog betekent dat er gekozen is voor een combinatie aan planten, zodat er in de periode van februari tot en met november altijd planten zijn die bloeien. Daardoor kunnen insecten het grootste deel van het jaar voedsel vinden. Dat zorgt voor meer insecten, die weer voedsel voor vogels zijn. Zo bouw je van onderaf aan de voedselketen.Verder is het belangrijk voor insecten dat planten zonder pesticiden en met gebruik van duurzame materialen worden gekweekt. Ook biologisch onderhoud zonder pesticiden is belangrijk om het bodemleven, insecten én onszelf een gezonde leefomgeving te geven. Een kwestie van gezonde keuzes maken, in de gemeente en in je eigen tuin.’

Wat voor beplanting zien we straks in de Bijvanck?
‘De gemeente kiest zo veel mogelijk voor inheemse bomen, struiken en planten, die goed zijn toegerust voor het veranderende klimaat. In de Wagenstraten zijn iep, zwarte els, zwarte berk, krentenboompjes, meidoorn en gele kornoelje geplaatst, maar ook de niet inheemse Japanse notenboom, pluimes en Perzisch ijzerhout. Straks zie je er stermagnolia, appel, enkelbloemige sering, vlinderstruik, bruidsbloem, spierstruik en sneeuwbes bloeien. Voor vaste planten en siergrassen is de keus gevallen op zegge, kattenkruid, duizendknoop, brandkruid, maagdenpalm, ooievaarsbek, vingergras, lampenpoetsersgras, zonnehoed en salie. Tenslotte haagvormen van beukhaag, Spaanse aak, liguster en meidoorn. Voldoende te smullen voor insecten, en vogels vinden er straks bessen en zaden.’

Kieskeurige knabbelaars
‘Voor vlinders zijn voedselplanten alleen echter niet voldoende. In de levenscyclus van vlinders is het rupsstadium namelijk belangrijk. En rupsen zijn kieskeurig, die kunnen alleen overleven op bepaalde planten, de waardplanten, en die zijn niet geplant in de nieuwe percelen. Vlinders zijn daarom afhankelijk van de tuinen van particulieren en het Randpark. Een belangrijke waardplant voor veel vlinders is de brandnetel. Laat daarom enkele brandnetelplanten staan in je tuin. Andere waardevolle waardplanten voor vlinders die in onze wijk (kunnen) voorkomen: look-zonder-look, pinkster-bloem, judaspenning, peen, venkel, dille, vuilboom, schapenzuring, veldzuring, klaversoorten en viooltjes. Plant of zaai enkele van deze planten in je tuin en laat dan de lente, de zomer en de vlinders maar komen.’