door Loes Post-Janmaat
Henk -heb je al gelachen vandaag?- Rokebrand, onlangs 87 jaar geworden, is een begrip in Blaricum. Bekend om zijn handelsgeest, geintjes en positieve instelling. Een rijk leven met een traan maar vooral met een lach.
Zoon van Lammert van Rooie Gijp
‘Mijn geboortehuis stond in het voormalige wijkje “Het Rode Dorp”. Zo werden de witte huisjes met de rode dakpannen aan de Meentweg genoemd. Later verhuisden we naar de Slingerweg, nu William Singerweg. Vader Lammert werkte als lakstoker in de Balatum-fabriek in Huizen. Niet echt een gezond beroep. Er werd hem daarom geadviseerd “om twee flessen melk per dag te drinken”. Dat zou helpen. We hadden een groot gezin, ik was de derde in de rij. Ik was 3 jaar toen de tweede WO uitbrak, daar weet ik niet veel van. We hebben niet echt honger gekend, moeder melkte een geit en vader mestte wel eens stiekem een varken in het schuurtje. Er is wel een zusje aan difterie gestorven. Er waren geen medicijnen toen. Ik was 8 jaar oud toen de oorlog ten einde kwam. Ik herinner me dat er in zaal Enzlin (nu Het Theater) aan de Huizerweg door onze bevrijders films werden vertoond. Dat was prachtig, ik had zoiets nog nooit gezien! Na de Bernardusschool ben ik één jaar naar de ambachtsschool geweest. Ja, mijn broer kon beter leren dus ging ik op mijn 14e aan het werk bij een bedrijfje dat souvenirs van hout maakte. Daarna noemde ik mij timmerman en ben eerst bij een baas maar al gauw voor mijzelf gaan werken.’
Lies
‘Mijn Lies leerde ik kennen bij de V&D, waar zij werkte. Lies, geboren in Amsterdam-West, woonde in Hilversum waar haar vader destijds een radiozaak had. Bij mij thuis waren ze niet blij dat ik als katholieke jongen met een protestants meisje liep. Zelfs niet toen er in 1958 een door tbc aangetaste long voor een deel bij mij moest worden verwijderd en Lies mij trouw twee keer per week in het sanatorium kwam bezoeken. In 1959 zijn we, een beetje aangemoedigd door de ooievaar, in het stadhuis in Hilversum getrouwd. Voor moeder Rokebrand was dit moeilijk te verteren en we waren dan ook niet meer welkom.’
1e Molenweg
‘Onze dochter werd geboren en na kort op kamers te hebben gewoond, konden we, omdat we zuinig leefden en veel spaarden, een huisje kopen in Blaricum. Eemnesserweg 3 was eigenlijk onbewoonbaar maar we hebben het voor 6000 gulden gekocht en ik heb het helemaal opgeknapt. In 1965 zijn we hier op de 1e Molenweg komen wonen. Inmiddels was ons gezin uitgebreid met nog een dochter en een zoon. Ons vierde kindje, een meisje, is kort na haar geboorte gestorven. Ook van onze tweede dochter hebben we, verdrietig genoeg, al in 2012 afscheid moeten nemen, zij overleed aan longkanker. Tot op de dag van vandaag wonen we in ons huis aan de 1e Molenweg. In 1982 ging tot onze schrik de bovenverdieping in vlammen op. In de vier maanden dat ik het huis weer heb opgebouwd, hebben we hier tegenover op de parkeerplaats in onze stacaravan gewoond.’
Een neus voor handel
‘Ik heb van alles gedaan en zag overal de handel. We hebben nooit zonder geld gezeten. Was aannemer, had een reclamebureau, een videotheek in de garage achter het huis, runde de leesportefeuille. We stonden op de markt en verkochten boeken, speelgoed, botervloten als fonduebakjes, Suskes en Wiskes, speelkaarten, kerstbomen. Op een dag vertelde een man dat hij een hele partij balpennen met waterschade moest afvoeren als chemisch afval. Ik heb de partij van hem overgenomen en ze hierachter te drogen gelegd. Voor de kraam had ik een bordje neergezet; ‘een handvol pennen voor 1 euro’. Mensen vonden het leuk en ik raakte ze allemaal kwijt. Ja, ik kon best verkopen en ben nog steeds bezig. Ik haal papier op, bij de drogist, de groetenboer, de slager en bij Gordon. Voor een papiercontainer betalen ze 35 euro per maand, ik doe het voor minder.’
Een briljanten huwelijk
‘Het was wel schrikken dat Lies begin dit jaar ernstig ziek werd maar gelukkig gaat het weer wat beter. We zijn gezegend met onze klein- en achterkleinkinderen en hebben afgelopen 14 november ons 65-jarig huwelijk kunnen vieren.’
Recente reacties