door Jan Greven

Ik was gek op mijn moeder, maar samen kleren kopen was een ramp die meestal in ruzie eindigde. Dat zat zo. De jongens in mijn klas droegen bijna allemaal een Harris Tweed colbertjasje. Zo’n jasje van stugge Schotse wol. Effen grijs met een werkje in de stof en een Harris Tweed etiket op de binnenzak. Ik wou dolgraag ook zo’n jasje, maar mijn moeder vond dat te duur en ging (wie betaalt, bepaalt) altijd voor iets anders. Ook wol, dat wel, maar slapper. Je zag zo dat het geen Harris Tweed was. Mijn moeder ontkende dat laatste glashard en zei dat je geen verschil zag.

Ik moest aan mijn moeder denken toen het in de raadsvergadering van 21 december jl. ging over gebakken klinkers. Die heb je, net als wollen colbertjasjes, in twee soorten. Echte, uit klei gebakken. Zeg maar de Harris Tweed onder de klinkers. En namaak, van beton. Tot nu hebben we het in het dorp gedaan met de gebakken variant. Het College van Burgemeester en Wethouders (B&W) wil daar nu vanaf en stelde voor in de Bijvanck, als daar alle straatklinkers vervangen zullen worden, te kiezen voor de goedkopere, betonnen versie. Hun argumentatie onderscheidde zich niet van die van mijn moeder als ze voet bij stuk hield en me dwong tot de aankoop van zo’n wollen jasje dat het net niet was: niet van echt te onderscheiden, even slijtvast, zo niet slijtvaster en zeker goedkoper. 

In de Blaricumse raad vormen Hart voor Blaricum (HvB) en VVD de coalitie. Normaal steunen de coalitie partijen ‘hun’ B&W. Maar dit keer niet. De coalitie wilde geen beton. In het hele dorp liggen klinkers van klei. Weliswaar iets duurder, maar veel sterker. En onmiskenbaar authentieker. Waarom de Bijvanck iets moois onthouden, wat overal elders in het dorp gebruikt is? Over veertig jaar lijken die klinkers nog als nieuw. Gold dat trouwens ook niet voor het Harris Tweed jasje, dat ik lang geleden zo graag wilde hebben. De zaak werd niet op de spits gedreven. De coalitiepartijen trokken hun tegenvoorstel in. B&W zouden alles nog eens goed afwegen en er de volgende vergadering op terugkomen. 

Het was de laatste raadsvergadering van burgemeester Joan de Zwart-Bloch. Ik zal haar missen. Om te beginnen al haar krachtig uitgesproken ‘Dames en Heren!!!!!’, waarmee ze iedere vergadering klokslag acht uur begon. Maar ook haar manier van leiding geven aan de debatten. In scheidsrechtertermen: dicht op de bal. Het tegendeel van achterover leunen en het debat maar zo’n beetje voort laten meanderen. To the point en ongeduldig als raadsleden qua spreektijd of interrupties hun boekje te buiten gingen. Verbindend door iedereen kans te geven zijn of haar zegje te doen. Sturend zonder de raad voor de voeten te lopen. Niet op de voorgrond, toch aanwezig. In een raad waar het (onvermijdelijk in de politiek) soms kil kan zijn, hoedster van geborgenheid door zich strak aan de regels van het spel te houden.