door Jan Greven
Het was 28 januari 2020. Pal voor coronatijd. We leefden nog in heerlijke onwetendheid. Geen woord, die avond in de Blaricumse raad over de verspreiding van een verontrustend besmettelijke ziekte in Italië. Pas in maart werden we wakker.

Een van de agendapunten op die januariavond was het terrein van het Tergooi ziekenhuis Blaricum. Het ziekenhuis ging dicht. Terrein en gebouwen waren intussen verkocht aan een projectontwikkelaar. Die zou wel met plannen komen. Maar wat wilde de raad? Wat vond de raad goede uitgangspunten voor de projectontwikkelaar om mee aan de slag te gaan? Nou, daar had de raad wel een mening over. Kort samengevat: Alleen maar goede dingen.
Ik schreef er indertijd een stukje over en noteerde: Ruim woningbouw, ook in het goedkopere segment. Geen villapark, maar toch veel groen. Geen sloop van bestaande gebouwen maar daarin ruimte voor bedrijven in de sfeer van gezondheid, media en creativiteit. Ondergronds parkeren. Vooral dat laatste vond de raad belangrijk. Raadsbreed werd het vastgelegd: het blik moest onzichtbaar onder de grond. In dat zelfde stukje pleitte ik er voor de burgers te betrekken bij de ontwikkeling van het terrein. Er een gezamenlijk project met projectontwikkelaar, politiek, ambtenaren en burgers van te maken. Ik dacht dat daar iets moois uit zou komen. Ik heb na die januari avond in 2020 niets over het Tergooi Blaricum terrein gehoord.

En toen, ineens, was er een nieuwe Nota van Uitgangspunten. Net zo’n nota als in 2020, maar dan helemaal anders. Grootste verschil: Geen doorstart van bestaande gebouwen, maar sloop en vervanging door nieuwbouw. Het college was het met die omslag eens. Twintig september j.l. volgde de raad het college.

De projectontwikkelaar had een goede reden voor zo’n sloop/nieuwbouw uitgangspunt. Hij had intussen uitgerekend dat Het Tergooi project zonder dat niet rendabel te maken zou zijn. Begrijpelijk dat een commercieel bedrijf dan voor sloop en nieuwbouw kiest.

Meer moeite heb ik met het enthousiasme waarmee college en raad de projectontwikkelaar bleken te volgen. Sloop en nieuwbouw, zo hoorde ik van bijna alle fracties, zijn minder kostbaar en daarom per saldo beter voor het milieu. Dat mag zo zijn. Maar waarom dan een kleine drie jaar eerder het tegenovergestelde bepleit?
Dat de burgers bij zo’n project op afstand gehouden en nergens bij betrokken worden, verbaast me na Brandweerkazerne en V/H Melkfabriek De goede Verwachting niet meer. Maar dat de raad, het hoogste orgaan van onze dorpssamenleving zonder enige communicatie daarover, in drie jaar tijd zo’n ommezwaai maakte, treft me pijnlijk. Wie maakt in ons dorp als puntje bij paaltje komt de dienst uit? Raad of projectontwikkelaar?

Met de op 20 september j.l. vastgestelde Nota van Uitganspunten in de hand, lijkt het of de raad in 2020 maar wat geroepen heeft. Iets modisch. Iets dat lekker bekte. Iets over ondergronds parkeren, over kleine bedrijfjes a la mode, geen villapark, wel veel groen. Toen het later voor het eggie om de knikkers ging, bleef er niets van al die plannen over. Wat volgde was een correctie. Wat mij betreft een pijnlijke correctie.