Een echt wonder
door Sybert Blijdenstein

De zomer is vandaag begonnen. Op de natte, koude winter volgde een bizar voorjaar. Natuurlijk werd het geleidelijk iets warmer en langer licht. Maar het weer bleef uitgesproken grillig. Onbeheerst ging dat alle kanten op. Mei werd zo de natste en tegelijkertijd de warmste maand ooit. Was de hemel even helder, dan doemde weer dreigend een laaghangend donker wolkengordijn op. Bliksemflitsen, gevolgd door daverende donderslagen, roffelende regen en rukwinden. In de auto was geen hand voor ogen meer te zien.

Maar dat vele water met meer licht en warmte was wel goed voor de natuur. Al het groen liep lekker uit. Aan bomen, struiken en planten. Behalve onze arme, zo elegante buxusstruikjes. Die legden ineens het loodje. Van sappig groen naar compleet verdord. Veroorzaakt door een klierig motje.

Daarentegen liep onze lange, hoge heg, langs dorps smalste slingerweggetje, weer vrolijk uit. Met scheuten van langer dan een halve meter. Vooral in de haakse bocht riskant voor fietsers. Tientallen jaren had ik dat stuk snoeiwerk zelf gedaan. Maar nu op mijn tachtigste? Zuchtend ging ik maar weer met mijn heggenschaar de straat op. Maar wat zag ik daar? Een wonder! Een man in een oranje hesje snoeide onze uitgelopen heg. Netjes en strak. Ik kon mijn ogen niet geloven. Was nog nooit gebeurd. Vlakbij stond een autootje van de BEL combinatie. Waarom dat kon? Omdat het snoeiwerk was, boven gemeentegrond. De straat. Helemaal vergeten. Heren van de buitendienst bedankt, een pluim op jullie hoed!

Op de heide langs het fietspad kleurde mijn geliefde bomengroepje van dertien kleine eikenbomen ook weer heldergroen. Het bladerdek daarvan is één geheel. Een perfecte halve cirkel vormend. Zo lijken ze samen op één brede boom. Aan de winderige westkant staat de dikste en sterkste boom, de andere twaalf beschermend tegen weer en wind. Zodat ‘zijn’ bomen daarachter veilig kunnen gedijen. Een geheim van de natuur. Een echt wonder.