door Jan Greven
Eén keer per jaar komt bij ons aan de Eemnesserweg de bomendokter langs. Geen onnodig bezoek. De beuken langs de weg worden elk jaar ouder. Sommige bomen zijn ziek. De bomendokter zoekt en snoeit.

Toen de snoeiers er begin januari weer waren, moest ik denken aan april 1999. Met medebewoners hadden we indertijd de Stichting Eemnesserweg opgericht met als enig doel het behoud van onze weg. Verhoogde bermen, omzoomd door monumentale beukenbomen, uniek landschappelijk monument. Onaantastbaar. Zou je denken. Maar de gemeente Blaricum dacht daar anders over. Via via, nooit rechtstreeks, hadden we gehoord dat de toenmalige wethouder alle beukenbomen wilde kappen, de bermen egaliseren en de weg asfalteren. We hadden direct protest aangetekend. In het begin leek de wethouder niet te stoppen, maar uiteindelijk waren de kansen toch gekeerd en op 6 april kregen we een fax, ondertekend door toenmalig burgemeester P. de Winter, waarin de gemeente zich garant stelde voor het monumentale karakter van de weg.

Intussen hadden we een eigen beukenexpert in de arm genomen. Hij had de staat van de beuken onderzocht en net als de gemeente geconstateerd dat die aan het eind van hun levenscyclus waren. Er zou een verjongingsplan moeten komen. Dat kwam er. In drie tranches zouden alle bomen gekapt en herplant worden. In de eerste tranche, in 2000, alle bomen van het Tolhuis tot het fietspad langs Rust Wat. In de tweede, in 2005, alle bomen van fietspad tot het Domein. En in de derde, in 2010, de rest tot de Larense Eemnesserweg.
En zo gebeurde. De eerste tranche werd gekapt en herplant. Maar al bij de tweede tranche ging het mis. Een andere groep omwonenden, niet op de hoogte van eerdere afspraken over kap en herplant, protesteerde tegen de kap van de tweede tranche. De gemeente gaf toe en stopte de kap. Ik denk dat bij de gemeente meespeelde, dat niet kappen een forse bezuiniging opleverde, terwijl het leek of de gemeente goed naar haar burgers luisterde.

Als resultaat van dit zigzagbeleid zitten we nu met een voor één derde gekapte Eemnesserweg die na elk bezoek van de snoeiploeg, of een pittige storm, een beetje kaler, een beetje aangevretener zal zijn. We zijn getuige van een langdurig proces van aftakeling. Alsof je een goed gebit langzaam sloopt door geleidelijk aan en zonder vervanging tanden en kiezen er één voor één uit te trekken. Ooit wordt dat een aangevreten, lelijk gebit. Hetzelfde lot wacht onze weg.

Hoe mooi had de weg nu, 2023, drieëntwintig jaar na de eerste tranche alweer kunnen zijn. Een beetje minder gericht op het eigen genieten in het Nu. Een beetje meer oog voor de toekomst had het verschil gemaakt. Soms, als ik mezelf wil pijn doen, ga ik kijken naar die prachtige boom omzoomde weg naar de Lage Vuursche. Alle bomen indertijd gekapt. Een aantal jaren afzien geweest. Nu weer een prachtige weg.
‘Wij’, gulzige genieters, burgers en bestuur van Blaricum, zijn tot de bedachtzaamheid die daarvoor nodig is, niet in staat geweest.