Op dit moment is het alleen toegestaan voor inwoners of personen die in de laatste 25 jaar minimaal 5 jaar aaneengesloten inwoner zijn geweest van de gemeente Blaricum om zich te laten begraven op De Woensberg. Naast verschillende soorten graven is er ook ruimte voor urnengraven en is er een strooiveld voor asbestemming
door Frans Ruijter
Blaricum kent twee kerkhoven en een algemene begraafplaats. De kerkhoven bij de St. Vituskerk en de Dorpskerk waren lange tijd de enige opties. Maar met de komst van kunstschilders, de Kolonie van de Internationale Broederschap (1899) en ook aangespoelde drenkelingen van de toen nog Zuiderzee ontstond behoefte aan een alternatief voor niet-kerkelijke overledenen.
Aan de rand van ons dorp lag het paardenkerkhof, waar paarden en later ook niet-kerkelijke overledenen begraven werden. Door het gebrek aan onderhoud raakte deze plek in verval. In 1920 besloot de gemeente daarom een nieuwe algemene begraafplaats dichter bij het dorp aan te leggen. De beoogde locatie, het Kleine Heitje aan de Melkweg, stuitte echter op verzet van omwonenden.
Een alternatief plan
Herman de Vries-Robbe, directeur van de CSM Suikerfabriek en bewoner van Rozenhage aan de Eemnesserweg, stelde een alternatief voor: in plaats van een nieuwe begraafplaats te creëren, kon de bestaande (paarden)begraafplaats aan de Woensberg verbeterd worden. Hij bood aan de grond te kopen en op eigen kosten, met deskundigen naar zijn keuze, de begraafplaats op te knappen. Het ontwerp kwam van de gerenommeerde landschapsarchitect Dirk Tersteeg. De voorwaarde was dat de gemeente een goede toegangsweg aanlegde en dat de familie De Vries-Robbe een familiegraf kreeg.
Binnen vier maanden was de begraafplaats gereed
Hoewel aanvankelijk sceptisch, ging de gemeente in 1926 akkoord. In januari 1927 startten de werkzaamheden: Amerikaanse eiken werden geplant, paden aangelegd en ijzeren toegangspoorten en stenen rustbanken geplaatst. Binnen vier maanden was de begraafplaats gereed. De eerste vijf jaar verzorgde De Vries-Robbe het onderhoud en verlengde dit zelfs na een strenge winter. In mei 1933 droeg hij de begraafplaats over aan de gemeente.
Uitbreidingen en beheer
In 1952 werd de begraafplaats west-waarts uitgebreid, met behoud van Tersteegs oorspronkelijke ontwerp. Een poort van hergebruikte stenen uit het gesloopte Armenhuis aan de Singel werd toegevoegd, maar verdween rond 1980 voor de bouw van de aula. In 2009 leidde een plan om een tweede begraafplaats in een nabijgelegen bos aan te leggen tot weerstand. De gemeente koos in plaats daarvan voor uitbreiding naar het westen en noorden en stelde strengere voorwaarden vast en verhoogde de tarieven, om zo ‘de toestroom van buiten Blaricum’ te reguleren. Het beheer is in de loop der jaren overgegaan van individuele beheerders, met als laatste Henk de Boer, naar de BEL-organisatie, die ook de begraafplaatsen in Laren en Eemnes onderhoudt. Tot op de dag van vandaag vinden velen hier hun laatste rustplaats, en bezoekers ervaren de plek als een serene, parkachtige omgeving.
Recente reacties