door Loes Post-Janmaat
Jan en Alida zijn echte Blaricummers. Jan, een erfgooier, is geboren in 1934 aan de Angerechtsweg en Alida ‘Zus’ in 1935 aan de Eemnesserweg.

Ze groeiden op in het dorp en zaten op de Bernardusschool. Jan ging bij Zus kijken bij het handballen, Zus keek bij Jan bij het wielrennen. Tot Jan plotseling verdwenen was en Zus opeens een brief uit Aruba ontving.

Jan
‘Mijn opa was boer aan de Langeweg. En mijn vader hovenier bij Schaapherder en Calis in Laren. Toen ik veertien jaar oud was, na de lagere school, wilde ik eigenlijk boer worden of matroos maar het werd schoenmaker. Ik leerde het vak heel kort in Hilversum en ik begon in de schuur achter ons huis.’

Zus
‘Naast het Tolhuisje aan de Eemnesser-weg ben ik geboren en getogen in een gezin met vier kinderen. Moeder zei altijd tegen mijn broers; “geef maar aan zus”, of “roep zus maar”. En zo langzamerhand werd ik gewoon Zus en wist bijna niemand nog mijn echte naam.’

Jan
Vanaf een jaar of vijftien was ik amateurwielrenner bij de Adelaar in Hilversum. Tijdritten deden we in de polder van Eemnes, begonnen op de Vaartsteeg en dan een rondje polder, zes km. Het wielrennen ging me goed af, ik reed landelijke wedstrijden. Tot ik in militaire dienst moest.’

Zus
‘Opeens zag ik Jan nergens meer. Maar toen kreeg ik een brief. Jan zat op Aruba. Hij was ingedeeld bij het elitekorps Mariniers. We gingen corresponderen. En toen hij na veertien maanden terugkwam was het echt “an” tussen ons. In 1961 zijn we getrouwd, meer dan 60 jaar geleden. We betrokken een éénkamer woninkje, een ateliertje aan de Schapendrift. Onze zoon Bart is daar geboren in 1962. Die zetten we vaak in de wandelwagen onder de appelbomen bij mijn ouders, want het was vlakbij om de hoek bij het Tolhuis.’

Jan
‘Ik ging uit dienst werken bij de Ledercentrale in Bussum. Daar stond ik in de winkel, verkocht jassen en damestassen, werkte in het magazijn, sneed uit en stond op beurzen. Na de Schapendrift hebben we nog op de Driftlaan gewoond en daarna 60 jaar op de Oude Renbaan waar Daan is geboren. Bij de Adelaar ben ik gestopt toen ik een jaar of 25 was maar ik zat in een fietsclubje dat iedere zondagochtend op pad ging. Reden we naar Harderwijk en dan in één streep door de Flevopolder naar Lelystad. Daar was destijds nog helemaal niets. Ik ben met pensioen gegaan toen de Ledercentrale ermee stopte. Ik was toen een jaar of 60.’

Zus
‘De laatste jaren hebben we in De Wingerd gewoond. Maar we zijn inmiddels al in de negentig en dan wordt het toch allemaal een beetje minder. Ik heb wat last van geheugenproblemen en daarom hebben we een paar maanden geleden Blaricum moeten verlaten en zijn we in een appartementje in Johanneshove in Laren gaan wonen. Tja, het is geen Blaricum maar het bevalt hier goed hoor. We gaan gewoon door met ademhalen. We doen een wandelingetje in de tuin en we gaan rond een uur of half zes naar beneden, dan eten we een hapje en drinken er een glaasje wijn bij.’

Blaricums (G)oud
In deze rubriek eren we degenen in onze maatschappij met de meeste levenswijsheid, onze ouderen/senioren. Hoe is hun leven verlopen? Wat waren hun dromen? Hoe zijn ze omgegaan met grote veranderingen? Met afscheid? Wat is volgens hen geluk? En hoe staan ze nu in het leven. Kortom, levenservaringsdeskundigen uit Blaricum aan het woord.
Kent u iemand of bent u iemand die uw levensverhaal wil delen? Laat het ons weten. Ons redactielid Loes Post-Janmaat komt graag langs voor een persoonlijk gesprek en brengt met liefde uw verhaal tot leven.
redactie@heienwei.nl