door Loes Post-Janmaat
Boven de handwerk- en kunstnijverheidswinkel van zijn moeder Alida Gemmeken, werd Ruud Brakelé in 1933 geboren. De winkel, De Papaver, was gevestigd aan de Kerkstraat 6 te Hilversum. Als zijn vader ’s avonds voor het eten thuiskwam, zei hij wel eens: ‘Aal, wat ruikt het hier lekker, je hebt het zeker niet zo druk gehad in de winkel.’

Hoe verliep uw leven?
‘Ik ben de jongste van drie jongens, Hans en Johan (Jon) zijn mijn broers. In de oorlog zat Hans ondergedoken in Amsterdam om de razzia’s in Hilversum te ontlopen. Hij was een begaafd schilder en een heel lieve broer, maar besloot in september 1951 dat hij niet verder wilde leven. Hij was pas 27 jaar. Dat was een heel verdrietige gebeurtenis. Schuin tegenover ons, op de hoek Groest/Kerkstraat, woonde mijn buurmeisje Aleid, de dochter van bakker Wildschut. Mijn moeder wees rond bedtijd vaak naar de overkant: ‘Kijk, de gordijnen zijn dicht, Aleid ligt al in bed.’ Aleid werd een vriendin voor het leven. Zelfs nu heb ik, al is het wel sporadisch, nog contact met haar. Op mijn plek was ik op de Kunstnijverheidsschool. Ik ben namelijk erg creatief. Zat op piano- en zangles. Ik tekende, maakte boekjes, verzorgde onze etalage en speelde met mijn vriend Erik Plooyer poppenkast op paleis Soestdijk voor kinderen uit het Oostenrijkse vluchtelingenkamp Spittal. Een kennis heeft onze voorstelling vertaald in het Duits. Wij lazen de tekst van een briefje dat in de poppenkast hing. Koningin Juliana kwam ons na afloop achter de poppenkast nog even de hand schudden. Na militaire dienst ging ik bij mijn moeder in de winkel werken en na haar overlijden in 1964 nam ik de zaak over. Ik breidde het assortiment na verloop van tijd uit met (klein) kunstartikelen en mijn zelfgemaakte halskettingen. Door mijn bijzondere etalages werd De Papaver een begrip in Hilversum. Inmiddels speelde ik bij de Plankeniers, een amateurtoneelgezelschap in Naarden. Later heb ik ook vele decors en kostuums ontworpen en gemaakt.’

Hoe bent u in Blaricum terecht-gekomen?
‘In 1966 leerde ik mijn partner de kunstenaar Klaas Fernhout kennen. Eerst woonde hij bij mij op de bovenetage van De Papaver maar in 1970 konden we dit huis in Blaricum kopen. Klaas had door een tbc-besmetting een fragiele gezondheid en werkte veel boven in de beslotenheid van zijn atelier. Zijn collectie tekeningen en schilderijen, in potlood, krijt en aquarel, is zeer omvangrijk. Hij overleed in 2006 en ligt begraven op begraafplaats de Woensberg waar in 2016 zijn werk tijdens de In Memoriam Avond is tentoongesteld.’

Waar bent u trots op?
‘Begin jaren tachtig ben ik begonnen met het maken van een groot poppenhuis. Alle poppen, meubels, het interieur heb ik zelf bedacht en gemaakt. De keuken, de eetkamer, de salon, de kinderkamer, de slaapkamer, de rommelzolder. Ik heb er drie jaar aan gewerkt en het heeft in de etalage van de winkel gestaan. De Papaver sloot in 1990 haar deuren omdat het niet meer rendabel was. Het poppenhuis staat nu hier in mijn woonkamer.’

Hoe ziet uw leven er nu uit?
‘Inmiddels ben ik alweer jaren gelukkig met mijn huidige partner Sieto. Mijn broer Jon, inmiddels 96 jaar, zie ik met regelmaat. Ik speel nog piano en zing elke vrijdag met een vriendin. Schumann, Schubert en Brahms. Ik heb akelige dingen meegemaakt: de oorlog, het overlijden van dierbaren maar ik heb nog steeds plezier in mijn leven. Soms denk ik, waar heb ik dat aan verdiend?’