door Hans Mohrmann
Honderdveertig jaar geleden verloor het Gooi haar isolement. De Gooise Moordenaar, een vuurspuwende stoommachine (later een ronkende diesel) was een gevaarlijke combinatie met paard en wagen op de zandwegen. Deze tram veroorzaakte meer dan honderd dodelijke ongelukken. Na de oorlog werd het spoor gesloopt. Het in 1922 gebouwde wachthuisje aan de Huizerweg 4 bestaat nog en was lange tijd een gezellige ontmoetingsplek.

Er was een frietloket aan de zijkant, waar nu de geldautomaat staat. Friet kostte een kwartje en mayo tien cent. Als je vaak genoeg kwam, kreeg je mayo voor niets. Begin jaren ‘80 was er een fikse brand, de tent sloot. Karel Buys ging toen naar Rust Wat, lekker handig naast de schaatsbaan. Nu halen we onze patat bij Happyfood, snackbars zullen wel het eeuwige leven hebben. Op de prent zie je een terras met schaduwrijke bomen. Een café waar je rustig van een zonnetje kon genieten onder het genot van een biertje en een uitsmijter. Ergens waar je in de winter kon schuilen voor sneeuw en hagel totdat de tram of bus stopte en je zo vanaf de stoep kon instappen, handig! Het was een plek waar je, als Blaricumse jongen, voor een paar centen een glas limonade kon kopen en dan naar een pracht van een voetbalwedstrijd op de zwart-wit televisie mocht kijken, spannend! Zo herinnert zich dorpsgenoot Dick van Mancius deze mooie toko. Ach, spijtig, zo’n mooi verleden, net als Blushing, daar waar de koffie en broodjes zich goed lieten smaken. Veel leuke terrasjes in de zon heeft het centrum niet en die zijn wel nodig voor gezelligheid en onderlinge verbondenheid.

Gedachtes over het verleden, zorgen over de toekomst
Als de blaadjes vallen en de wind guur door de straten waait, mijmeren wij, ons veilig wanend bij een warme haard. Gedachtes over het verleden worden afgelost door zorgen over de toekomst. Welke gedaanteveranderingen zal ons dorp ondergaan als er twintig miljoen mensen, waarvan de helft boven de vijfenzestig, in de randstad gaan leven? Zal de middenstand stand kunnen houden tegen verdere schaalvergroting en efficiency? Ontvalt ons een laatste boer, een laatste slager, broodwinkel, groenteman, ijzerhandel, juwelier en benzinepomp? Zijn de engen, kampen en zandpaden verdwenen? Volgebouwd? Loopt er behalve de schimmel van onze goedheiligman, nog een enkel paard door het dorp? Wordt ‘t Gooi opgeslokt door de grootstedelijke agglomeratie Amsterdam, net als Weesp? Wat eenmaal weg is, komt niet meer terug.

Laten we hier een kaars voor aansteken, met vrede in ons hart
De Gooise Moordenaar was eigenlijk al het einde van de boerensamenleving. Door dit te zien, begrijp ik een volks-verhuizing beter: gedreven naar een haven waar je iets uit het verleden, iets van jezelf in terug kunt vinden, al was het maar verbondenheid. Tijd loopt als zand door de vingers heen, al zouden wij het willen, we kunnen niets vasthouden. De zorgen zijn voor morgen. En toch, boompje groot – plantertje dood. Hopelijk blijft de liefde voor de oude boom, eens voor een volgende generatie gezet, sterk aanwezig. Laten we hier een kaars voor aansteken, met vrede in ons hart. Dat is het mooiste dat we kunnen doen in deze donkere dagen voor Kerstmis.