door Anneke Martens-van der Vlugt
Als u dit leest, zijn we ongeveer halverwege de advent. De advent is in het christendom de benaming voor de aanloopperiode naar kerst. Het woord advent komt van het Latijnse adventus dat ‘komst’ betekent. Het is de voor-bereidingstijd op de komst/geboorte van Jezus. De periode omvat ongeveer vier weken en begint vier zondagen voor kerst en eindigt op 24 december, kerstavond.

In huizen en kerken wordt de advent symbolisch zichtbaar gemaakt door een adventskrans. Het gebruik komt oorspronkelijk uit Duitstalige landen en Scandinavië. Het is een liggende of hangende ronde krans, omvlochten met echt dennengroen, soms omwikkeld met een paars lint en daarop vier kaarsen. Elke zondag wordt er één kaars aangestoken en op de laatste zondag voor kerst branden dan alle vier de kaarsen. De ronde vorm van de krans symboliseert tevens de aarde en de vier kaarsen staan ook symbool voor de vier seizoenen en de vier windstreken.

De herkomst
De eerste adventskrans werd bedacht door de Hamburgse theoloog Johan Hinrichs Wichern (1808-1881). Hij ving veel kinderen op uit armoedige gezinnen. In 1833 bouwde hij buiten de stad een boerenschuur als toevluchtsoord. De kinderen kregen hier te eten en volgden schoollessen. Het gebouw het Rauhes Haus bestaat nog steeds. Vaak kreeg hij van de kinderen in aanloop naar kerst de vraag: ‘Wanneer is het kerst?’ Om dat voor hen te visualiseren bedacht hij een soort adventskalender in kransvorm. In 1839 zette hij op een houten wagenwiel vierentwintig kleine rode kaarsen en vier grote witte kaarsen. Iedere dag werd een rood kaarsje aangestoken en iedere zondag een witte kaars. Zo wisten de kinderen hoeveel nachten ze nog moesten slapen voordat het Kerstmis was. Pas later versierde Wichern het wiel met dennen- en sparrengroen, waarmee hij de krans zijn huidige betekenis gaf. In sommige landen bestaat het gebruik om de liturgische kleuren in de kaarsen te laten terugkomen en in Spanje bestaat een heel kleurenschema voor de kaarsen, zoals paars de kleur van inkeer en vergeving, groen de kleur van hoop en eeuwig leven, roze de kleur van vreugde, rood de kleur voor Gods onvoorwaardelijke liefde en tenslotte wit de kleur van zuiverheid. (bron: Wikipedia)

Kaarslicht
Welke kleur kaarsen u in deze donkere dagen voor kerst ook gaat aansteken, ze staan allemaal universeel symbool voor vuur, licht, warmte en spirituele verbondenheid. Warmte en licht hebben we in deze moeilijke en onzekere tijd waarin we nu leven zo hard nodig. Ik wens u en uw naasten hartverwarmende feestdagen in liefdevolle verbondenheid en een gezond en gelukkig nieuw jaar!