door Hugo Weenen

In deze koude wintermaanden worden we opgefleurd door de aanwezigheid van de roodborst. Met zijn kenmerkende oranje borst en vrolijk gezang is deze vogel een welkome verschijning in tuinen, parken en bossen. 

De roodborst is zowel wintergast als broedvogel in ons land. De Nederlandse broedvogels trekken deels weg richting Zuidwest-Europa. De achterblijvers krijgen vanaf oktober aanvulling door vogels uit Noordoost- en Oost-Europa, waarvan een deel in ons land overwintert en een deel doortrekt. Dat is ook de reden dat je de roodborst het hele jaar door hoort zingen: in het voorjaar om zijn broedterritorium af te bakenen en in de winter, vanwege de komst van de wintergasten, om zijn voedselterritorium af te bakenen. 

Een handje helpen

In de wintermaanden is voedselschaarste een uitdaging voor veel vogels inclusief de roodborst. Tuiniers kunnen een handje helpen door hier en daar bladeren te laten liggen, hiertussen zitten insecten en andere kleine beestjes die de roodborst weet te vinden. Ook kunnen ze bijgevoerd worden met zaden en meelwormen. Tuinen of parken met bomen, struiken en kruiden die aantrekkelijk zijn voor insecten, zijn ook aantrekkelijk voor de roodborst. Kies dan zo veel mogelijk voor inheemse bomen, struiken en planten, bij voorkeur soorten die veel en gedurende lange tijd nectar en stuifmeel produceren. Het gaat gelukkig best wel goed met de roodborst in Nederland. De soort breidt zich sinds ongeveer 1975 uit in het westen en noorden van het land.

Dit is een artikel van de Groen-commissie, die zich inzet voor meer biodiversiteit in tuinen en gemeentelijk groen. Wilt u ook bijdragen aan meer en mooier groen in ons dorp, mail naar hugoweenen1@gmail.com