V.l.n.r. Daniëlle, Merel en Melvin

door Wilma van Maarschalkerweerd
Met een politietuktuk, koffie, koekjes, kleurplaten en een luisterend oor komen de wijkagenten naar je toe. Merel van Duivenboden en Michel Hummeling, wijkagenten voor Blaricum, komen zo graag in gesprek met buurtbewoners, voor een praatje, een vraag, iets wat je kwijt wilt over je buurt.

Zij zijn letterlijk het gezicht van de politie in de wijk, een vertrouwd aanspreekpunt. Michel en Merel toerden met de tuktuk, samen met collega’s van het Interventieteam (HBEL-gemeenten) en Buurtbemiddeling. Agenten komen tijdens een noodhulpdienst meestal eenmalig bij mensen thuis, wijkagenten daarentegen zien bewoners vaker. Ze zijn de langdurige verbinding tussen bewoners en politie, nauw betrokken bij een wijk en denken mee over oplossingen bij zaken die daar spelen.

Verbinding en respect
Merel en Michel werken nauw samen met zogenaamde ‘ketenpartners’: Interventieteam, Buurtbemiddeling, Reclassering, Veilig Thuis. Maar ook zijn er korte lijnen met gemeente, huisartsen en maatschappelijk werk. Merel: ‘Verbinding maken is essentieel in ons vak, want je weet dat je de mensen weer gaat zien. We stellen uiteraard grenzen aan gedrag, we willen met respect met elkaar omgaan.’

Pop-ups
Ook door regelmatig met een ‘pop-up’ ergens in Blaricum te gaan zitten, willen de wijkagenten met bewoners in contact komen. Reageren op meldingen doen ze zo snel mogelijk. ‘Maar weet dat wij ook nacht-, noodhulp- en ME-diensten draaien,’ benadrukt Merel, ‘en dan kan een melding even blijven liggen.’ Bij de tuktuk in de Bijvanck tref ik ook Daniëlle Hop en Melvin Jubitana van het Interventieteam. Terwijl Merel op de foto gaat met jeugdige fans, vertelt Melvin over de leukste baan die er bestaat. Het Interventieteam ‘loopt’ op zorgmeldingen van de politie: burenruzie, overlast, zorg over een inwoner, vervuilde woningen, schulden, problemen binnen een gezin of relatie, drugs- of alcoholgebruik, ex-gedetineerden, onbegrepen gedrag etc.. Danielle: ‘Naast de tragedies waarbij we op menselijk niveau betrokken raken, huist er in Blaricum ook de nodige criminaliteit, met alle risico’s van dien. Er is regelmatig overleg met burgemeester en wethouders; risicogedrag willen we vroegtijdig signaleren en in het overleg inbrengen. We zijn samen verantwoordelijk voor de zorg en veiligheid in de wijk.’ Twee collega’s van Melvin en Daniëlle houden zich bezig met jeugd, komen op scholen en sportverenigingen en bij jongeren thuis. Er is altijd samenhang binnen de driehoek school-thuis-op straat, waar het team preventief op inwerkt en indien nodig samen met de politie repressief, corrigerend optreedt.

De mens achter het gedrag
‘Waar de reguliere zorg stopt,’ zegt Melvin, ‘moeten wij door. Het gaat om het achterhalen van de hulpvraag, om de mens achter het gedrag te zien, te laten merken dat je hem of haar hoort. Er is altijd weerstand, maar we dwingen niet. We vragen: hoe ga jij het aanpakken? En maken daar dan afspraken over. We verleiden de persoon om hulp te accepteren. Soms worden mensen boos, maar dat is niet persoonlijk.’