door Sybert Blijdenstein

Het chateau en de screensaver

Zomer 1960. Een eenvoudige Twentse scholier (18) zit achter in een Bentley. Voor het eerst van zijn leven. Naast hem zit Angela, die hij heeft leren kennen op een zomercursus Frans in Lausanne. Hij vond haar wel leuk, zij hem ook. In hun vrije uren zaten ze geregeld samen in het park. Zij nodigde hem uit bij haar thuis. Ergens in de buurt, zei ze… Ze spraken de volgende dag af, voor het station. Zij stond er en hij ook. Ze zouden daar met haar vaders auto  opgehaald worden. Hij verwachtte een gewone auto. Maar er reed een glanzende, zilvergrijze Bentley voor, met chauffeur in uniform. Hoffelijk deed die het portier open voor Angela. Ook voor de jongen. De auto gleed weg. Hij keek opzij. Angela glimlachte: ‘We gaan nu naar het huis van mijn ouders.’ Ze reden de stad uit, langs het meer van Geneve. In de verte zag hij een prachtig kasteel aan het water liggen, dat hij herkende uit fotoboeken. Het wereldberoemde middeleeuwse Chateau de Chillon. Wát een mooi kasteel, dacht hij. Tot zijn verbazing remde de Bentley daar zachtjes af, reed de eeuwenoude brug over en stopte op de binnenplaats. Angela nam de jongen mee naar binnen. Een lange zaal door, met blinkende harnassen. Van de muur keken voorouders op hen neer. Aan het zaaleinde, voor een groot raam, uitziende over het meer, zat een statige, zwijgende man. De vader van Angela. Peinzend nam hij de jongen op: ‘Ach, niet weer zo’n jong…’ Wat er verder gebeurde wist de jongen niet meer zo goed. Wel dat hij een halfuur later met de Bentley weer werd afgezet bij het station. De volgende dag verklapte Angela hem dat haar vader eigenaar van Nestlé was. Om haar daarna nooit meer terug te zien. Maar wel het Chateau. Dat ziet hij nu nog dagelijks bij het opstarten van zijn computer: zijn dierbaarste screensaver.