Een bleekblauw stipje

Er was een tijd dat het enige milieu dat telde het milieu was waar je uit voortkwam. Was je voor een dubbeltje geboren dan bleef je een dubbeltje. Onze maatschappij was toen verdeeld in wie je ouders waren en tot welke groep ze behoorden. Gelukkig is dat voorbij.

Het echte milieu wat er nu toe doet, is ons leefmilieu. De aarde en haar atmosfeer. Als ik ’s nachts naar de sterren kijk, besef ik dat onze aarde een wonder is. Alles is in balans. De aarde zweeft in de ruimte en knalt nergens bovenop. Zij is een geschenk dat wij in stand moeten houden. Ons leven hangt ervan af. De tijd is voorbij dat wij moesten vechten tegen de natuur om onze plek veilig te stellen. Wij moeten nu de natuur beschermen. Tegen ons, de mens. Het draait allemaal om onze denktrant en wat wij er concreet voor doen. In continue onderling overleg. Daarover en daarvoor.

Intussen houden wij ons nog steeds opgewonden het meest bezig met het gedrag van de ander. Ook bij het redden van de aarde? Bij het kijken in die zwarte, nachtelijke hemel naar de verre sterren, moet ik denken aan Carl Sagan, de bekende astronoom die de aarde ‘a pale blue dot’ noemde. Hij nam afstand en zag wat wij eigenlijk waren en zijn. Een stipje in de oneindigheid. Nu bevolkt met bijna acht miljard mensen. In 1900 nog 1,6 miljard. Dat alles moet op dit stipje. Gevoed door een atmosfeer, zo dun, dat wij boven acht kilometer al niet meer voldoende zuurstof hebben. Dat laagje is niets vergeleken bij die 12.742 km doorsnee van de aarde. Zit als een dunne plasticfolie strak rond een voetbal. We zijn bezig met het milieu. Minder fossiel als energie. Goed bezig? Denken we. Het toverwoord is elektrisch. Maar hoe wordt die opgewekt? Via een omweg voor 90% nog fossiel. Oeps…