door Jurjen Zeilstra, predikant Dorpskerk
In het schilderij ‘De aanbidding van de herders’ (1578-1581) van Jacopo Tintoretto zien we een soort poppenhuis, dat de illusie heeft van een houten bouwval met meer verdiepingen.

Beneden staan herders. Sommigen maken opgetogen gebaren. Zij komen hun eenvoudige geschenken brengen. Veel is het niet. Zij komen recht van het veld, mannen en vrouwen uit het gewone leven. Maar lichtstralen van boven (waar een gouden hemel zich verheft boven deze oude schuur) dringen dwars door het kapotte dak door tot op de werkvloer van de stal. Sommige herders zijn al naar boven gegaan. Anderen staan nog beneden. Allen vereren het kind, dat tussen twee verrukte ouders baadt in het hemelse licht. Tegelijk en onheilspellend in de balken boven de kribbe: het kruis van Golgotha. Het is geen ongevaarlijke wereld waarin dit kind wordt geboren.

En toch is dit een stal van licht, warmte en gastvrijheid. Het is een groot doek van ca. 4,5 x 5,5 meter. Zo’n groot doek had de schilder niet. Hij heeft het letterlijk uit twee stukken aan elkaar genaaid. Precies op de zoom heeft Tintoretto de vloer van de bovenverdieping geschilderd waarop Jozef en Maria zich bevinden. Je kunt je afvragen: zou de schilder zich juist door die zoom hebben laten inspireren tot deze ongewone indeling? Verbeeldt de scène rond de kribbe de verbinding tussen het alledaagse en het hemelse, sterker nog, geeft de schilder hier een inzicht in zijn Godsvertrouwen? Hemel en aarde komen samen in deze stal. Daar horen ook de dieren bij. De os en de ezel komen in het kerstverhaal van Lucas niet voor. Zij komen uit het profetenboek Jesaja, waar zij vanwege de aandacht voor hun meester, functioneren als voorbeeld voor Gods volk (Jesaja 1,3). Twee verdiepingen dus en ook twee verschillende spirituele momenten. Twee sferen, met ieder een eigen kleuraccent, toch één geheel, alsof het licht dat beneden doordringt, eerst van boven af moet worden gereflecteerd en gebroken, voordat het beneden zijn werk kan
doen.

De warmte van de stal is realistisch, zoals het werkelijk kan zijn in een stal met levende dieren. De grijze ezel is nauwelijks zichtbaar. Landbouwwerktuigen hangen aan de wand, als stille getuigen van het zweet des aanschijns waarin de boer zijn brood verdient. Christuskind geboren of niet, morgen moet er weer worden gewerkt. Maar op de zolderverdieping is rust. Hier overheerst het contemplatieve aspect. Het geheel is met warme lichtstralen doorschenen. Het is alsof de schilder wil zeggen: ook al gebeurde er iets heel bijzonders, het leven ging gewoon door, alsof er niets was gebeurd. Tegelijk: Gods licht kon niet meer worden gedoofd.

In de nacht van kerst komt heel de wereld bij elkaar: het zwoegen, het zweet en de tranen, het zwerven en verlangen naar een vaste veilige plek. Hoe je leven er ook uitziet op dit moment, het is een tussenstop, een moment van balans, een terugkijken en vooruitzien.

Vergeet nooit, die bovenverdieping van de stal, waar doorheen Gods gouden lichtstralen ook ons leven op aarde kunnen verwarmen.