door Hans Mohrmann
Twee maart schrijft Oog op Blaricum: ‘In Het Theater zijn vanmiddag een vos en een cavia gearriveerd…’ Van de cavia heb ik nog niets vernomen, misschien komt dat nog, maar meneer Vos! Deze is lang niet zo vriendelijk als hij zich doet voorkomen. Was meneer Vos maar nooit gearriveerd. Hadden wij dorpsbewoners ’s ochtends meer van verse eitjes kunnen genieten. Roald Dahl weet in ‘De fantastische meneer Vos’ de frustraties van boeren Bolus, Bits en Biet goed te verwoorden. Iedere nacht doet meneer Vos zijn ronde en komt hij roven. Ook Vos moet immers zijn kroost van voedsel voorzien, een herkenbare uitdaging.

In het dorp delen wij eerder de frustraties van de boeren. Dat zit zo: Tot maart is alles pais en vree, de kippen slapen rustig op stok en in de morgen kukelt de haan. Zo ook mijn krielen die vlak aan huis hoog in de struik slapen. Al tijden van geen vos in het dorp gehoord, was dat niet iets uit het verleden? Maar dan! In het holst van de nacht klinkt een enorm gekakel en gefladder in het Eikenlaantje. Ik schiet mijn bed uit, sta binnen een tel te kijken naar wat er gaande is: Drie kippen zitten stijf, bevroren van angst, in elkaar gedoken op de grond. Eentje mist zijn halve staart. De veren worden dankbaar door meesjes voor hun nestjes gebruikt, we leven immers in een circulaire wereld. Enkele dagen later vertelt buurman Vos (er wonen vele vossen in Blaricum en omstreken, echter deze Vos is de Meelmuis, volgt u het nog?) dat er van het Achterom een hen en een haan bij hem zijn binnengebracht. Ze hebben de vos niet overleefd. Niet lang erna mist Lambert Vos zelf een aantal kippen.

Zou een haan helpen?
Via de dorpstamtam hoorden wij dat het ook op de Polweg raak was. En dat langs de Gooiergracht, in de kas van de zorgboerderij, Reinaert in zijn bloedlustige razernij zeker dertig tot veertig kippen had vermorzeld. Was meneer Vos maar bescheiden en nam hij maar af en toe een enkel kippetje mee, bij voorkeur een plofkip van AH. Ik was gewaarschuwd, hoopte stiekem dat meneer Vos zijn strooptochten naar elders zou hebben verlegd. Onze schatjes hadden geen schijn van kans, de hond sliep gewoon door, ’s nachts kakelden de dames nog dunnetjes, nauwelijks de moeite waard om ‘t bed uit te komen, ik zag niets… De volgende dag liep er een spoor van veren door de tuin van de buurvouw. Zou een haan helpen om de kippen te beschermen? Helaas niet, de enorme hanen van Lambert hebben het ook moeten ontgelden.

De rode killer
‘s Nachts struint de rode killer nog steeds door het dorp. Begin juni had hij kippen te pakken op het Kerkpad, de Statenkamer en de William Singerweg. Sinds 2006 staat de vos op de landelijke vrijstellingslijst. In Eemnes geldt echter een provinciaal jachtverbod, dit tot groot verdriet van de tureluur en de kieviet in de polders aldaar. Vos, u bent gewaarschuwd: Bolus, Bits en Biet zitten achter u aan. Lambert heeft gelukkig schattige kuikentjes in zijn winkel en elders is ook aanwas. Zo is moeder natuur dan ook weer, geeft haar de kans, vult zij de voorraden weer aan. Aldus de overpeinzingen van de bijenvader.

Fotobijschrift:
Mijn verdwenen zilveren Barnevelder krielen tegen een achtergrond van drogende bijenkorven, net ingesmeerd met pinkenmest