door Dick A. Jonkers
Al heel wat jaren broedt er jaarlijks een paar ooievaars in de Theetuin van Eemnes, net over de gemeentegrens van Blaricum. Dit jaar waren de voortekenen gunstig. Drie exemplaren gingen in de nazomer niet op pad voor de gevaarvolle trek over de Sahara naar hun overwinteringsgebied in Zuidwest-Afrika. Zij maakten de keuze in de Eempolders te blijven om daar te pogen te overleven.
Op 22 februari zijn twee ooievaars baltsend op het nest gesignaleerd. Dat is heel vroeg voor ooievaars. Zij werden verjaagd door een derde ooievaar. Een mannetje? Zou dit een van de twee exemplaren van het latere broedpaar geweest kunnen zijn? In de loop van maart waren ook twee ooievaars aanwezig op het nest, maar nu geregeld. Een van hen droeg bovenaan zijn poot een goed zichtbare zwarte plastic ring. Vanaf begin april zag het ernaar uit dat er werd gebroed. Een ooievaar zat in broedhouding plat op het nest, kennelijk op een of meer eieren. Bij succes zou het eerste jong dan rond begin mei geboren moeten worden. Er werd reikhalzend uitgekeken naar activiteiten die daarop wezen, maar deze bleven uit. In de eerste week van die maand waren er momenten dat het vrouwtje slechts af en toe op het boomnest verbleef, maar er werd ook niet gevoerd. In die periode is ook geconstateerd dat een ooievaar die het nest wilde bezoeken werd verdreven. Degene die deze belager attaqueerde, moet het mannetje geweest zijn, want het vrouwtje bleef in broedhouding op het nest zitten. Daarna was het hommeles.
Triest bericht
Op 16 mei kwam het trieste bericht dat hij liggend in een weiland noordelijk van de Theetuin is aangetroffen. Deze vogel is opgehaald door de dierenambulance en voor verzorging aangeboden bij het Vogelhospitaal in Naarden, waar hij is overleden. Hij was uitgedroogd en verzwakt. Bij sectie is vastgesteld dat hij ergens mee in botsing moet zijn gekomen. Kan verzwakking uiteindelijk tot zijn dood hebben geleid? De afstand tussen de plek waar hij werd geringd en de vindplek bedroeg hemelsbreed 3,5 kilometer. De gevonden ooievaar was het mannetje dat zich altijd bij het nest ophield en geringd was met een pootring van het Vogeltrekstation uit Wageningen. Hij werd in 2011 als nestjong geringd in Zegveld en was bijna elf jaar oud toen hij stierf. De hamvraag was of er nog eieren in het nest lagen en/of er eventueel al jongen waren. Dorpsgenoot Dennis van Kraaij van Motorzaagwerken was bereid om hulp te bieden. Samen met mij ging hij omhoog met zijn hoogwerker en inspecteerden wij de inhoud. Teleurstellend: Geen eieren noch jongen en evenmin resten daarvan. Ra, ra, hoe kan dat? Het nest was niet ongeschikt. Er zat voldoende geschikt nestmateriaal in, zoals hooi en andere plantendelen. Eveneens, en dat was bijzonder, kleine harde zwarte stukjes plastic. Ooievaars produceren braakballen, waarin zich onverteerbare delen bevinden van de door hen gevangen prooidieren. Kennelijk had een van de twee van het paar het plastic aangezien voor mestkevers, die in hooilanden leven en eveneens zwart zijn. Teleurgesteld daalden wij af. Tot eind mei bezocht het vrouwtje later nog af en toe het nest. Zij zag er smoezelig uit. Op de laatste dag van die maand werd het bezet door twee ooievaars, die er schoon en fris uitzagen. De tijd zal leren, welke ontwikkelingen hierna plaatsvinden. Spannend!
Recente reacties