door Marloek de Greeff

Wat een eer: samen met Frans Ruijter mag ik de verjaardag van Cor en Wim Schaapherder komen vieren. We feliciteren de tweelingbroers van harte met hun tachtigste verjaardag en krijgen een stuk van de schitterende taart die Ineke, de vrouw van Wim, gemaakt heeft. 

De broers werden in de oorlog, op 23 november 1942, geboren in Blaricum. Op de Binnenweg 2, in een gezin met zes kinderen. In die tijd waren er nog geen echo’s, dus een tweeling was nogal een verrassing. Maar voor katholieken was een groot gezin gewoon in die tijd. ‘Onze ouders waren wel blij met de dubbele voedselbonnen die ze kregen’, vertellen Cor en Wim.

Een eeneiige tweeling

Mijn eerste vraag kan ik overslaan, het is overduidelijk dat het om een eeneiige tweeling gaat. De broers zien er fit uit. Dat ze een tweeling van tachtig zijn, vinden ze zelf helemaal niet zo bijzonder. Ze ervaren ook geen specialere band. ‘We zien elkaar wel drie keer in de week, maar gaan voor de rest allebei onze eigen gang. We hebben ook veel contact met onze oudere broer Gerard. Hij werd op 30 november 1941 geboren. Elk jaar hebben we precies één week dezelfde leeftijd.’

Het levenspad van de tweeling

De tweeling groeit op in een gelovig gezin. Vlak na de oorlog verhuizen ze naar het Fransepad en in 1955 zijn de Schaapherders een van de eerste bewoners van de nieuwe ‘grote gezinswoningen’ aan het Kerkpad. Als peuter gaan ze eerst naar de ‘bewaarschool’ bij de nonnen, daarna naar de Sint Bernardusschool. Op foto’s uit die tijd dragen ze allebei een matrozenpakje en een bril. Wim vertelt: ‘Wij waren vroeger de eersten in Nederland die lenzen kregen. Zes waren we toen. Harde, dikke lenzen van glas. Pijnlijk, we waren blij dat we weer een bril kregen.’ Als ze aan hun schooltijd terugdenken, verzuchten ze: ‘Meer dan de helft van onze oud klasgenoten leeft niet meer.’ Op de katholieke school moesten alle kinderen bij meester Bijleveld komen om te kijken of ze een taak in de kerk konden vervullen. Cor vertelt: ‘Je moest dan een stukje zingen. Als dat niet al te best was, zei de pastoor dat je maar misdienaar moest worden.’ Wim werd misdienaar, Cor mocht bij het zangkoor. Hij is daarna altijd met veel plezier actief gebleven in de muziek. Van het bespelen van diverse instrumenten in bandjes tot dirigent van een symfoniekoor. Na de basisschool koos Cor om timmerman te worden. Wim ging de telecom kant uit. En Cor vervulde tussendoor nog twee jaar dienstplicht. Wim hoefde niet in dienst, hij had al twee broers die gediend hadden: ‘Eigenlijk is Cor voor mij in dienst gegaan, daar was ik heel blij mee hoor, want mij leek het niet echt wat.’

Schaapherderlaan

De tijd vliegt voorbij. Als we bijna weggaan omdat Frans hei & wei moet rondbrengen met zijn kleinzoon, sluiten we af met een mooi weetje: in de Blaricummermeent is een straat naar de (erfgooiers)familie van de tweeling vernoemd. We hebben dus niet alleen een Schaapherder-tweeling van tachtig in Blaricum, maar ook een heuse Schaapherderlaan!