door Annette Wierper
Je hebt journalisten in soorten en maten. Ik kan dat weten, want ik heb ooit enige tijd deel uitgemaakt van hun coterietjes en op hun feestjes rondgehangen.

Zo is er het elitaire clubje wetenschaps-journalisten dat op grote medische congressen in verre buitenlanden rond-dwaalt om hun publiek gedocumenteerd bij te praten over allerhande gewichtige zaken. Of denk aan de levensgenieters van het toeristisch journaille die jaloersmakend verslag doen vanaf de mooiste cruiseschepen, de witste stranden en vanuit de meest verfijnde hotels.

En wat te denken van de verwende autojournalisten die in Italië, Grieken-land en Zwitserland vrijelijk de aller-nieuwste Tesla’s, Porsches en Ferrari ’s mogen uitproberen? Om maar niet te spreken van de culturele fijnschrijvers en literair recensenten die op exposities, vernissages en internationale boekenbeurzen het culturele besef van hun lezers proberen bij te vijzelen. En laten we de arrogante vampjes van de damesglossies niet vergeten!

Tegenover al dat elitaire gedoe heb je ook die warme vriendenclubs van betrokken redacteuren van een dorpsblad. Zo’n ‘lokaal krantje’ waar de CPNB (Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek) hartelijk om lacht, omdat zo’n ‘krantje’ het waagt om voor drie journalisten een kaartje te vragen voor het Boekenbal!

Zo’n ‘krantje’ dat jaar in jaar uit iedere maand met zoveel enthousiasme wordt volgeschreven, vormgegeven en verspreid. Door betrokken, bevlogen zou ik haast zeggen, redacteuren die houden van hun dorp, hun mensen en van schrijven. En die als één man om die ene redacteur gaan staan, die net een onpeilbaar groot verlies heeft geleden.

Ik weet wel op wiens feestje ik wil rondhangen.