door Marjolijn Schat
Dorpsgenoot Jeannette Parramore (1956) was natuurverslaggever en werkte voor radio en televisie. Ze deed interviews en maakte reportages en documentaires. Ruim achttien jaar heeft zij gewerkt voor het radioprogramma Vroege Vogels. Haar avonturen daar heeft zij verwerkt in een verhalenbundel: Radiovrouw – verhalen van een vroege vogel.
Jeannette was een vertrouwde stem van het live-radioprogramma Vroege Vogels, een van de langstlopende en best beluisterde radioprogramma’s van de NPO, iedere zondagochtend te horen tussen 7.00 en 10.00 uur op NPO 1. Ik spreek Jeannette in haar huis, een voormalige koloniewoning, in ons dorp waar ze sinds 1999 samen met haar man woont.
‘Een deel is waar, een deel is fictie’
Jeannette: ‘Zolang ik me kan herinneren, schrijf ik. Dagboeken, non-fictie verhalen maar ook veel fantasieverhalen. En als journalist deed ik eigenlijk niets anders, dan vertel je ook verhalen. Alleen moesten ze wel allemaal waargebeurd zijn.’ Als verslaggever van Vroege Vogels heeft Jeannette zoveel bijzondere dingen meegemaakt dat ze, na haar pensionering in september 2022, haar avonturen is gaan opschrijven. ‘De situaties waarin ik als verslaggever terecht kwam, zijn de bron van mijn verhalen: donkerte, kou, code rood, ik ben meermaals in mijn eentje flink verdwaald, onderkoeld geraakt en stond doodsangsten uit toen ik voor een reportage op een turbine van een windmolen zat.’ Maar wat klopt precies in Jeannettes verhalen en wat niet? Want Jeannette kon nu bij het schrijven ook haar verbeelding weer uit de kast halen. ‘Het was heerlijk om weer helemaal los te gaan en te verzinnen wat ik wilde. Kortom, een deel is waar, een deel is fictie. En de lezer mag zelf uitzoeken waar het kantelpunt ligt…’
Being a das
In navolging van de Britse wetenschapper Charles Foster, die uitzocht hoe het was om zich een das te voelen door bijvoorbeeld wekenlang in een zelf gegraven hol te leven en ’s nachts op wormenjacht te gaan, dook Jeannette voor Vroege Vogels met een ervaren dierensporenzoeker ook in de wereld van de das. Being a das, het eerste verhaal van het boek: We hebben honger. Vol overtuiging begint Martin met zijn handen te graven in de bodem. “Wat doe je?” vraag ik, als onervaren dassenvrouwtje. “Wormen zoeken” zegt hij. Dassen houden van regenwormen. En trouwens ook van slakken, kevers, knaagdieren… Ik word een beetje ongerust. “Dassen houden toch ook van bessen en noten?” vraag ik hoopvol.
50 heerlijke verhalen
En zo nog 49 verhalen. Één verhaal speelt zich hier op de Tafelbergheide af: Het gruwelkabinet van Klappie. Klappie is een klapekster en klapeksters komen hier op de heide voor. Maar weet u dat een klapekster door marteltechnieken aan zijn eten komt? Hij spiest zijn prooien, veelal nog levend, op takjes of prikkeldraad en maakt zo een heus gruwelkabinet. Al benieuwd naar het verhaal? In andere verhalen vertelt Jeannette en passant hoe een radioprogramma als Vroege Vogels gemaakt wordt. Maar ook hier lopen waarheid en fictie door elkaar. 50 heerlijke verhalen!
Recente reacties