door Sybert Blijdenstein
Hondentrouw en leedvermaak

Honden zijn enthousiaste, aan-hankelijke, maar vooral trouwe dieren. Altijd weer blij om je te zien. Kwispelend, zoals alleen een hond dat kan. Ooit hebben we ook een kat gehad. Die was ook trouw. Maar minder enthousiast. Wel een karaktertje.

Hij kwam bij ons aan op een warme namiddag. Wij zaten in de tuin. De terrasdeuren open. Opeens klonk er geluid uit de keuken. Een rode kater op het aanrecht! Vissend naar tonijn uit de net gemaakte salade. De bak snel weggezet. Poes zag er lief uit. Gaf hem daarom zalm uit een blikje. Poes is nooit meer weggegaan. Dat was Vosje. Kwam van het boerenerf naast ons. Jarenlang werd ik ’s ochtends wakker door een keffend buurhondje. Zijn vaste begroeting van de nieuwe dag. Werd me dierbaar. Buurvrouw overleed. Hondje kefte nog een paar dagen. Toen viel de stilte. Hond en baasje weg. Mis ze.

Tijdens een wandelvakantie met mijn Engelse zwager in het Lake District troffen we een ontroerend voorbeeld van hondentrouw. Bovenop de hoogste berg ontdekten we een gedenksteen met een bronzen plaquette waarop een hondenkop. Door de winterse kou was zijn oude baasje daar omgekomen. De hond bleef bij hem. Blaffend en huilend. Dagen en nachten lang. Totdat redders hem en zijn baasje vonden. Trouw tot in de dood.

Nog wat aangedaan teruggegaan naar ons hotelletje. Zittend in het lege eetzaaltje met uitzicht op het meer. Achter een groot schuifraam. Met onderaan twee glimmende koperen ringen. Gedachteloos steek ik mijn middelvinger door zo’n ring. Plots zit die muurvast. Zwager gaat hulp halen. Bij de bar wijst hij achterom naar mij. Iedereen komt kijken naar die toerist met zijn vastzittende vinger. Stamgasten, barjuffrouw, bediening, noem maar op. Ik grijns terug als een boer die kiespijn heeft. Niemand komt me helpen. Totdat van achteren een potige Spaanse kokkin kordaat komt aanzetten met een fles olijfolie. Het bevrijdende einde van het leedvermaak…