door Marjan Leunissen
Mijn gedicht Struikelstenen gaat over Mozes Ferro en Roosje de Groot. Zij woonden tot 18 december 1942 op de Huizerweg tot zij door de bezetter gedwongen werden naar Amsterdam te verhuizen.

Hun wanhoop was groot, hun leven werd steeds ondragelijker. Opgedreven door de Duitsers, besloten ze hun deportatie naar Polen niet af te wachten en op 2 april 1943 stapten zij samen uit het leven. 75 jaar na de bevrijding zijn er twee struikelstenen (Stolpersteine) geplaatst in de stoep aan de Huizerweg ter nagedachtenis aan deze Blaricummers.

Struikelstenen
Het zijn gewone Blaricummers. Hij maakt
kleding die precies aansluit bij de tijd, beter
dan hij er zelf in past. Zij biedt heel gastvrij
een prima pension voor de passerende gast.

Na twee jaar oorlog verliezen zij hun vrijheid
en menselijk bestaan. Verjaagd van geliefde grond
woekert de wanhoop als onkruid in hun hoofd, het enige
wat ze nog zelf kunnen beslissen is om samen te gaan.

Op de stoep van de Huizerweg struikel je met hoofd
en hart over dit onvoltooid verleden. Bruut
afgenomen Goois geluk. Pijn van ongelijkheid
die zich blijft herhalen tot in het heden.