door Elize Joan Maria van den Broek
Besneeuwde daken en overal kerstlampjes. Een zingend kerstkoor dat oefende voor de grote dag. ‘Excuseer meneer. Zou ik u iets mogen vragen voor een schoolopdracht?’ De man fronste. ‘Ik heb haast meisje. Ik moet nog cadeaus halen en mijn vrouw appte een boodschappenlijstje door. Als ik niet opschiet heb ik een probleem.’ De man liep door, maar Noëlle stopte hem. ‘Het duurt niet lang.’ Hij zuchtte. ‘Vooruit dan maar.’ ‘Zou u voor mij het kerstgevoel willen omschrijven?’ De man keek bedachtzaam voor zich uit. ‘Stress, lekker eten en familie, helaas. Daarbij veel geld uitgeven. Kan ik nu gaan?’ Beteuterd knikte Noëlle en voor ze het wist, was de man de speelgoedwinkel in gelopen.

Een vrouw liep druk bellend langs. Althans het gesprek was zo te zien afgelopen. Noëlle rende erachteraan. ‘Excuseer mevrouw, zou ik iets mogen vragen?’ ‘Nu niet snotneus.’ Noëlle keek verdrietig naar de grond. Ze had gehoopt op magische omschrijvingen, maar tot nu toe kreeg ze die niet. Misschien was het kerstgevoel niet zo magisch als ze dacht.

Noëlle keek naar de overkant van de straat naar een oude man op een bankje, een deken om zich heen geslagen. Naast hem een kartonnen doos. Hij glimlachte vriendelijk naar haar dus Noëlle stak voorzichtig de straat over. Gelukkig was het niet glad! ‘Kan ik je misschien helpen?’, vroeg de man vriendelijk. Noëlle bewoog heen en weer, haar armen nerveus op haar rug. ‘Je hoeft niet bang te zijn voor een oude dakloze man. Ik zag je beteuterd kijken en ik weet hoe moeilijk het soms kan zijn dus wilde ik mijnhulp aanbieden.’ ‘U wilt helpen terwijl u het zelf moeilijk heeft.’ De man lachte. ‘Zo erg is het niet. Natuurlijk zou ik graag een dak boven mijn hoofd willen, maar dat is niet het belangrijkste.’ ‘Mag ik wat vragen?’ De man knikte en Noëlles ogen begonnen te stralen. ‘Wat is het kerstgevoel voor u?’ De man sloot dromerig zijn ogen. ‘Kerst. Iets geweldigs is het niet? Voor mij is het kerstgevoel een warme maaltijd.’ De man opende zijn ogen en keek naar de grond. ‘Ik ben vandaag voor kerst uitgenodigd door een onbekende vrouw voor een diner met haar familie.’ Zijn ogen werden vochtig. Hij slikte de tranen weg. ‘Voor mij is kerst het waarderen van wat je hebt. Het wakker worden met een lach op je gezicht en kinderen lachend een sneeuwpop zien maken.’
Stilletjes luisterde Noëlle met bewondering. Zijn uitleg klonk magisch. Een beter antwoord kon ze niet krijgen. Samen praatten ze nog even verder. Noëlle genoot van de manier waarop de man de kerstsfeer omschreef. De kerkklok sloeg vijf uur. ‘Heeft u eetplannen?’, vroeg Noëlle voorzichtig.
De man schudde verbaasd zijn hoofd. ‘Ik kan mijn moeder vragen of u mag aanschuiven. Sinds mijn vader weg is kookt ze steeds te veel. Ze vindt het vast goed!’ De ogen van de man werden weer vochtig, maar hij glimlachte van oor tot oor. De kerstverlichting ging aan en vol verwondering keken ze om zich heen. ‘Nog iets wat bij het kerstgevoel past.’

Noëlle lachte en samen liepen ze naar huis. Een meisje met een kartonnen doos onder haar arm en een oude man met een versleten broek waarvan zijn dag niet meer stuk kon…

Voor het hele verhaal & kerstsfeer: elizejoanmaria.nl